Media Suite Logo
AboutMedia Suite ↗︎Twitter ↗︎

Data Stories

Stories from Dutch multimedia archives, powered by the Media Suite
read more

Onvrede over nepnieuwsdiscours, maar debat blijft

March 20, 2023

Auteurs: Luuk Ex (Beeld & Geluid) en Willemien Sanders (Universiteit Utrecht, Beeld & Geluid)

Ontwikkelaars: Mari Wigham (Beeld & Geluid) en Rana Klein (Beeld & Geluid)

Reviewers: Stan Hulsen (RTL Nieuws), Rudy Bouma (Nieuwsuur), Bertijn van der Steenhoven (Universiteit van Amsterdam) en Danielle Arets (Fontys)

Introductie

‘Nepnieuws’ houdt veel mensen bezig. Verschillende surveys wijzen erop dat Nederlanders zich zorgen lijken te maken over de schadelijke effecten van ‘nepnieuws’ voor onze democratie1. Wereldwijd, waaronder in Nederland, hebben politici opgeroepen om waakzaam te zijn. ‘Nepnieuws’ (of ‘fake news’ in de Verenigde Staten) en ‘desinformatie’ moeten worden bestreden. Hillary Clinton2, Barack Obama3, Frans Timmermans4 en Kajsa Ollongren5 waarschuwden voor gevaren. Wie in ‘nepnieuws’ gelooft, zou volgens de politici op het verkeerde been worden gezet tijdens verkiezingen of bij belangrijke keuzes, zoals het wel of niet vaccineren tegen corona.

Na deze waarschuwingen heeft de politiek niet stilgezeten. Wereldwijd is er beleid gemaakt om landen weerbaar te maken tegen slechte invloeden van ‘nepnieuws’. In Frankrijk werd in december 2018 een wet aangenomen om het verspreiden van “fausses nouvelles” strafbaar te maken6. Dit leidde in Frankrijk tot kritiek: het bestrijden van ‘nepnieuws’ door de overheid zou op gespannen voet staan met de vrijheid van meningsuiting7. In Nederland startte toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren in 2018 een bewustwordingscampagnes in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. Burgers werden gewaarschuwd voor mogelijke misleiding door ‘desinformatie’ en ‘nepnieuws’.8

Gelijktijdig met de angst voor de maatschappelijk gevolgen van ‘nepnieuws’ is er een discussie op gang gekomen over de impact van het gesprek over ‘nepnieuws’. In september 2017 waarschuwen onderzoekers Wardle en Derakhshan in een rapport aan de Raad van Europa voor het inzetten van het fake news discours9. Volgens de onderzoekers zou Donald Trump’s opmerking “You are fake news” in januari 2017 tegen een CNN-verslaggever politici in andere landen geïnspireerd hebben om de pers aan te vallen. Het debat over het gebruik van de woorden geeft weer dat de woorden zoals ‘nepnieuws’ en ‘desinformatie’ niet door iedereen als onschuldige, neutrale termen worden gezien. De betekenissen die eraan worden gegeven door journalisten, politici en burgers doen er toe.

Burgers maken zich er zorgen over, politici tuigen er beleid voor op en onderzoekers waarschuwen voor de schadelijke gevolgen van het discours. Maar wat wordt er precies bedoeld met de woorden ‘nepnieuws’, ‘fake news’ en ‘desinformatie’?

In het archief van Beeld & Geluid stromen elke dag televisie- en radiouitzendingen binnen. Wanneer de woorden ‘fake news’ en ‘nepnieuws’ voor het eerst voorkomen in het archief en door wie ze worden gebruikt, is vrij nauwkeurig te reconstrueren.

Centraal in deze Data Story staan de vragen: hoe ontstond het nepnieuwsdiscours in Nederlandse actualiteitenprogramma’s en welke betekenissen worden eraan gegeven?

Methode

Deze Data Story is gericht op televisieuitzendingen van de publieke omroep. Er is een selectie gemaakt van 54 actualiteitenprogramma’s: in totaal ruim twaalfduizend uur aan televisie. In de metadata van dit materiaal hebben we gezocht naar zeven ‘signaalwoorden’: fake news, nepnieuws, fake berichten, nepberichten, misinformatie, desinformatie en nepinformatie. Als een van de woorden voorkomt, is het gesprek in de uitzending onderdeel van het nepnieuwsdiscours. Journalisten, politici, experts en burgers geven hun eigen invulling aan de woorden uit het discours. Zo ontstaat het nepnieuwsdiscours op de Nederlandse televisie.

Dit onderzoek start in 2014. In dat jaar gebruikt de Canadese journalist Craig Silverman de term ‘fake news’ in een Tweet.10 Silverman schrijft in de Tweet over een website waarop verzonnen verhalen staan over een Ebola-uitbraak. Het verzonnen ‘fake news’-verhaal is op dat moment op Facebook vaker gedeeld dan een melding dat het onzin is, schrijft Silverman. Het is de start van een reeks verhalen die Silverman schrijft over dit soort websites. Silverman helpt hiermee de term ‘fake news’ bekend te maken.11 Ons onderzoek eindigt 30 juni 2022, een half jaar van het jaar waarin deze Data Story wordt geschreven.

Deze Data Story is opgedeeld in twee hoofdstukken. Deel 1: 2014-2022: Het nepnieuwsdiscours wordt vast onderdeel van het publieke debat, is een analyse van de momenten wanneer het discours voorkomt in de 54 actualiteitenprogramma’s, bij zes omroepen en in EenVandaag en Nieuwsuur. In deel 2: Lappendeken van betekenissen: nepnieuwsdiscours blijft actueel, wordt het nepnieuwsdiscours bekeken op fragmentniveau. In vier delen worden de verschillende betekenissen die er aan het discours zijn gegeven besproken: 1. 2014 - 2015: van terrorisme en politiek naar satire en activisme 2. 2016 - 2017: campagnemiddel, volksgezondheid, paniek en verdienmodel. 3. 2018 - 2019 van lugubere grap naar burgerlijke onrust 4. 2020 - 2022: 2020 - 2022: van probleem tussen burgers naar kwantificering en wapen in een oorlog. De Data Story wordt afgesloten met een conclusie en suggesties voor verder onderzoek.

Deel 1. 2014-2022: Het nepnieuwsdiscours wordt vast onderdeel van het publieke debat

Opkomst van het nepnieuwsdiscours

Figuur 1. Aantallen uitzendingen met de signaalwoorden per jaar.

In figuur 1 hierboven is te zien hoe vaak per jaar een of meer van de zeven woorden uit het nepnieuwsdiscours in een van de televisieuitzending viel. In veel uitzendingen vallen de verschillende woorden vaker dan een keer. Deze tellen maar één keer mee. Zo ontstaat er een beeld van de hoeveelheid uitzendingen waarin het discours gevonden wordt.

In 2014 en 2015 zijn in tien uitzendingen een of meer van de woorden uit het nepnieuwsdiscours gevallen. In 2017 is dat opgelopen tot 147 uitzendingen en ook daarna blijven de aantallen boven de 100 uitkomen. 2022 blijkt een uitzonderlijk jaar, het nepnieuwsdiscours is in de eerste zes maanden al 136 keer voorgekomen.

De aantallen in bovenstaande grafiek zijn absolute getallen. Met andere woorden, het gaat hier om een specifiek aantal uitzendingen waarin een of meer van de woorden uit het discours zijn gevonden.

Een trend - een stijging of daling van het aantal - kan veroorzaakt worden doordat in een jaar meer of minder uitzendingen zijn geweest van de programma’s uit onze selectie. Hierom worden in deze Data Story relatieve aantallen gebruikt: in hoeveel uitzendingen van de programma’s is het nepnieuwsdiscours te vinden ten opzicht van het totaal aantal uitzendingen van de geselecteerde programma’s die in die periode werden uitgezonden?

Dat verandert het beeld enigszins.

Figuur 2. Het nepnieuwsdiscours in relatieve cijfers.

Figuur 2 laat eveneens zien dat 2017 en 2018 de eerste jaren zijn waarin het discours veel vaker voorkomt dan daarvoor. Daarna blijft de aandacht. In 2022 is het discours in de eerste zes maanden relatief veel vaker aangetroffen dan in eerdere jaren. Het nepnieuwsdiscours heeft zich in Nederland gevormd.

“De aandacht voor nepnieuws is groter dan het probleem”

Tegelijk met de toename van het discours in 2017-2018 verschijnen er twee Nederlandse onderzoeken waarin het onderwerp ‘nepnieuws’ een mediahype wordt genoemd.

Onderzoekers van de Vrije Universiteit van Amsterdam schrijven in 2017 in het jaarlijkse internationale overzicht Digital News Report van Oxford’s Reuters Institute dat ‘nepnieuws’ meer een mediahype is dan een probleem.12 Het jaar erop melden ze dat Nederlanders zich weinig zorgen maken over ‘nepnieuws’ in verhouding tot 35 andere landen.13 Ook komen Nederlanders weinig ‘nepnieuws’ tegen, hoewel dat afhangt van wat er onder ‘nepnieuws’ wordt gerekend, schrijven de onderzoekers.14,15

Communicatiewetenschapper Bertijn van der Steenhoven noemt in 2018, op basis van een grootschalige media-analyse, ‘nepnieuws’ eveneens een mediahype.16 Er is een aanwijsbare discrepantie tussen de werkelijke aard van het probleem en de vertekening daarvan in media, volgens Van der Steenhoven: “de publiciteit bestaat vooral uit reflecties op het nieuws en het aantal verwijzingen naar voorbeelden van ‘nepnieuws’ is beperkt”.

Om van een mediahype te spreken moet de aandacht ook weer afzwakken, schrijft Van der Steenhoven: “op een zeker moment ontstaat het besef dat het probleem waarover nieuws wordt geproduceerd minder groot is dan verondersteld wordt en neemt de nieuwsproductie langzaam af.” Van der Steenhoven noemt dit een fase van “nieuwsmoeheid”.

Op basis van hoe vaak de woorden uit het nepnieuwsdiscours voorkomen in de door ons onderzochte programma’s, blijkt dat de aandacht sinds 2016 niet kortstondig is. De aandacht zakt niet meer terug naar het niveau van 2014 en 2015 en lijkt in 2017 nog niet het hoogtepunt te hebben bereikt, dat komt pas in 2022.

Van der Steenhoven maakt in zijn onderzoek onderscheid tussen krantenartikelen waarin melding wordt gemaakt van ‘nepberichten’ (nieuws) en krantenartikelen waarin hierop gereflecteerd wordt (metanieuws).17 Hij vindt veel minder ‘nepberichten’ dan berichten over ‘nepberichten’.

Er is vooralsnog geen nieuwsmoeheid wat betreft ‘nepnieuws’. De woorden uit het discours blijven na 2016 in gebruik en zijn sinds 2017 een vast onderdeel van het publieke debat over actualiteiten.

Omroepen besteden in dezelfde periodes aandacht aan het discours

Nederlandse omroepen opereren onafhankelijk van elkaar en geven een eigen invulling aan de actualiteitenprogramma’s. Is het nepnieuwsdiscours bij elke omroep evenveel aanwezig?

Om dit te onderzoeken zijn zeven omroepen met elkaar vergeleken.18 In figuur 3 is per omroep te zien hoe vaak het nepnieuwsdiscours is gevonden. Weergegeven is het percentage van het totaal aantal uitzendingen binnen onze selectie.

Figuur 3. Ontwikkeling van het nepnieuwsdiscours per omroep

Uit figuur 3 blijkt dat elke omroep de algemene trend volgt van het discours, zoals weergegeven in figuur 2 hierboven. Bij elke omroep begint de toename van het discours in 2016, met een piek in 2017 en 2018. In de eerste zes maanden van 2022 gaat de lijn opnieuw omhoog. De VPRO is een uitzondering: het nepnieuwsdiscours is bij die omroep in 2019 niet aangetroffen binnen de geselecteerde programma’s.

EenVandaag en Nieuwsuur volgen dezelfde trend

De grafiek per omroep zegt niets over individuele programma’s. Het kan zijn dat het nepnieuwsdiscours binnen één programma veel vaker valt dan een ander programma. Daarom vergelijken we twee prominente actualiteitenprogramma’s met elkaar: EenVandaag en Nieuwsuur. Beide programma’s zijn tijdens de gehele onderzoeksperiode uitgezonden: EenVandaag zes dagen per week en Nieuwsuur zeven dagen.

In figuur 4 hieronder is de oranje lijn EenVandaag, Nieuwsuur is lichtblauw. De zwarte lijn geeft het gemiddelde van de uitzendingen van alle programma’s in dit onderzoek weer. Te zien is dat de ontwikkeling van beide programma’s ongeveer de gemiddelde trend volgt. In beide actualiteitenprogramma’s valt het discours tijdens de piekjaren 2017 en 2018 vaker dan gemiddeld en ook de stijging in 2022 is voor beide iets sterker dan gemiddeld. In EenVandaag en Nieuwsuur maken de journalisten en gasten dus volop gebruik van het nepnieuwsdiscours.

Figuur 4. Het nepnieuwsdiscours in EenVandaag en Nieuwsuur

De gemiddelde trend en de trends van de zes omroepen en twee actualiteitenprogramma’s volgen in grote lijnen dezelfde ontwikkeling. Dit betekent dat omroepen en programma’s in dezelfde periode ongeveer evenredig vaak het discours hanteren.

Omroepen en actualiteitenprogramma’s proberen onderscheidend te zijn. Dat doen ze bijvoorbeeld door een speciale doelgroep aan te spreken, zoals die met een specifieke politieke oriëntatie (WNL), een specifieke leeftijds (NOS jeugdjournaal) of middels een specifieke vorm, zoals een interview (Buitenhof en Eenvandaag).19,20,21

Uit de analyse blijkt dat het nepnieuwsdiscours bij alle omroepen en programma’s gevonden is en dat de aandacht rondom dezelfde periodes opleeft. Het nepnieuwsdiscours lijkt dus te passen bij veel verschillende doelgroepen, ongeacht politieke oriëntaties of het soort sprekers die aan het woord komen in de actualiteitenprogramma’s.

Het nepnieuwsdiscours is niet in verband te brengen met slechts één omroep en is niet specifiek voor EenVandaag of Nieuwsuur. Ook lijkt er geen sprake van nieuwsmoeheid binnen de onderzochte omroepen en programma’s. Uit de analyse kan worden opgemaakt dat het nepnieuwsdiscours in deze jaren een vast onderdeel is geworden van het publieke debat op televisie.

Deel 2: Lappendeken van betekenissen: nepnieuwsdiscours blijft actueel.

Hoe er precies wordt gesproken over het onderwerp en welke betekenissen er worden gegeven, valt niet op te maken uit een analyse naar de algemene trends. Wordt er in 2022 over hetzelfde gesproken als in 2014? Om daarachter te komen volgt een analyse per signaalwoord. Op het niveau van fragmenten is te zien welke betekenissen aan deze signaalwoorden worden gegeven.

‘Nepnieuws’ vaakst gebruikt, ‘desinformatie’ wint terrein

Figuur 5 laat zien hoe de gezochte signaalwoorden zich verhouden tot elkaar. ‘Nepnieuws’ (444 keer), ‘desinformatie’ (251 keer) en ‘fake news’ (235 keer) komen het meest voor in de onderzoeksperiode.

Figuur 5. Aantal uitzendingen waarin het signaalwoord een of meer keer is gevallen.

‘Nepnieuws’ wordt wellicht vaker in uitzendingen aangetroffen omdat het de meest letterlijke Nederlandse vertaling is van het origineel, ‘fake news’. Hoe vaak de signaalwoorden zijn gevonden, verschilt per jaar.22 In figuur 6 is te zien hoe de aantallen per woord zich tussen 2014 en 2022 tot elkaar verhouden. Elke woord volgt een eigen ontwikkeling.

Figuur 6. Ontwikkeling van het nepnieuwsdiscours per signaalwoord.

‘Fake news’

In 2014 en 2015 is het signaalwoord ‘fake news’ (donkerblauw) niet gevonden. In 2016 valt het woord voor het eerst. Na een toename en afname stabiliseert het gebruik zich vanaf 2019. In 2022 stijgt het licht, maar niet zo sterk als de stijgende trend van het totaal van alle woorden uit het nepnieuwsdiscours.

‘Nepnieuws’

‘Nepnieuws’ (lichtblauw) is als eerst aangetroffen in 2014 en stijgt scherp in 2017, waarna het een jaar populair blijft en vanaf 2018 zakt. In 2022 stijgt het weer.

‘Desinformatie’

Het vroegst gevonden is ‘desinformatie’ (rood). Sinds 2014 valt het woord in de actualiteitenprogramma’s. Het woord kent een geleidelijke stijging en is in 2022 aanzienlijk vaker gebruikt dan de andere woorden.

‘Misinformatie’

Vergeleken met de andere woorden is ‘misinformatie’ weinig gebruikt. Het gebruik stijgt licht na 2018 maar blijft beperkter dan bovenstaande signaalwoorden.23

‘Fake berichten’, ‘nepberichten’, ‘nepinformatie’

Deze woorden worden wel gebruikt, maar komen zo weinig voor dat we ze verder niet bespreken.

Figuur 6 laat zien dat termen die eindigen op ‘-berichten’ weinig populair zijn. De Nederlandse term ‘nepnieuws’ lijkt te winnen van het Engelse equivalent ‘fake news’. In 2022 wordt met name ‘desinformatie’ gebruikt. Wordt het ‘nieuws’-element vermeden?

Om te onderzoeken hoe het nepnieuwsdiscours betekenis krijgt en wat er wordt bedoeld wanneer termen uit het discours worden gebruikt, kijken we naar het discours op fragmentniveau.

2014 - 2015: van terrorisme en politiek naar satire en activisme

In figuur 7 hieronder is het nepnieuwsdiscours in de periode 2014-2015 per woord weergegeven. ‘Desinformatie’ komt in deze beginperiode meer voor dan de andere woorden.

De opkomst van het nepnieuwsdiscours in Nederland hangt samen met dit signaalwoord. Een schrijver, militair adviseur, twee Tweede Kamerleden en een journalist gebruiken de term desinformatie in 2014 en 2015 maar bedoelen niet hetzelfde.

Figuur 7. Woordgebruik door de jaren heen per maand 2014-2015.

In 2014 komt Rusland ter sprake als NAVO-adviseur Ton van Loon in Buitenhof zegt dat Russen ‘desinformatie’ verspreiden “als een tactiek in een conflict”. Het gebeurt steeds vaker, zegt de NAVO-adviseur: “het bewust misleiden om mensen dingen te proberen te laten doen, zie je ook terug bij de Islamitische Staat”.24 In 2015 spreekt Rusland-correspondent Pieter Waterdrinker aan de talkshowtafel van Pauw van ‘desinformatie’ als hij vertelt over informatie die door Rusland verspreid wordt rondom het neerschieten van de MH17.25

Kamerlid Roelof Bisschop, Kamerlid Renske Leijten en schrijver Arnon Grunberg gebruiken ook het woord ‘desinformatie’. Zowel Bisschop als Leijten spreken over ‘desinformatie’ wanneer ze een minister beschuldigen van het verspreiden van desinformatie richting Tweede Kamerleden. 26 ,27 Grunberg vertelt dat hij in de krant steeds vaker leest over mensen die in informatie geloven “die naar mijn mening niet klopt”.28 Hij maakt zich zorgen over dat politici het geloof in ‘desinformatie’ kunnen inzetten om politiek campagne mee te voeren.

De betekenis die in deze eerste jaren aan het woord ‘desinformatie’ wordt gegeven, is soms bewuste misleiding (Russische tactiek) en soms misvattingen die leven en door politici worden gebruikt (Grunberg en Leijten). In deze fase wordt ‘desinformatie’ in verband gebracht met terrorisme en nationale, en met name internationale politiek.

"de satirische website De Speld waar altijd nepnieuws op staat"

Het woord ‘nepnieuws’ komt bijna niet voor in de eerste twee jaar. Als het wordt gebruikt, krijgt het de betekenis van onschuldige satire. Bijvoorbeeld wanneer er wordt verwezen naar “de satirische website De Speld waar altijd nepnieuws op staat”.29 Presentator Matthijs van Nieuwkerk laat in DWDD een fragment zien uit het RTL-programma Business Class. Presentator Harry Mens heeft tijdens een uitzending niet door dat hij een artikel citeert uit het satirische blokje van De Speld in de Volkskrant. “Een website vol nepnieuws”, aldus Van Nieuwkerk.30 Dat het artikel niet wordt herkend als satire, wordt in dit gesprek niet gezien als problematisch.31 Het is een aanleiding om te lachen. Dat verandert in 2016 als de toon van het discours omslaat in paniek.

Het woord misinformatie valt in die eerste twee jaar één keer. In een voice-over van EenVandaag wordt een expert aangekondigd die zegt dat Greenpeace “misinformatie verspreidt”.32 Uit het fragment kunnen we opmaken dat het hier gaat om het bewust anders voordoen van de informatie. In dit voorbeeld is de betekenis van ‘misinformatie’ hetzelfde als bewuste misleiding door ‘desinformatie’ en wordt dit gekoppeld aan activisme.

2016 - 2017: campagnemiddel, volksgezondheid, paniek en verdienmodel

Eind 2016 zijn de verhoudingen tussen de woorden in het nepnieuwsdiscours totaal veranderd. In die periode is er voor het eerst een duidelijke toename van het nepnieuwsdiscours. In figuur 8 hieronder staat de ontwikkeling per maand in de periode 2016-2017. De toename van het gebruik van de woorden start in november 2016 en zakt rond maart 2017.

Figuur 8. Woordgebruik door de jaren heen per maand 2016 - oktober 2017.

‘Nepnieuws’ (lichtblauw) is in deze maanden het vaakst gebruikt. Bij andere woorden, bijvoorbeeld ‘misinformatie’ en ‘desinformatie’, is geen duidelijk stijging. ‘Fake news’ komt hier ook vaker naar voren dan in de maanden voor november 2016.

De piek van het nepnieuwsdiscours valt samen met een nieuwe invulling die het woord ‘nepnieuws’ krijgt. Op 10 november 2016 wordt er aan de tafel van DWDD gesproken van een groot probleem.

Matthijs van Nieuwkerk leidt het onderwerp over de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in door te stellen dat Facebook en Twitter daar mogelijk een grote rol in hebben gespeeld. Veel Trumpstemmers zouden alleen Facebook als nieuwsbron hebben gebruikt. Niet zelden wordt op Facebook de grootst mogelijke flauwekul als echt feitelijk nieuws verspreid, vertelt Van Nieuwkerk. Journalist Wouter van Noort vult aan: “Dit soort nepnieuws, aperte onwaarheden, wel lekker spectaculair. Die gaan veel sneller over internet dan de correctie erop.” Van Noort zegt er zelf “gisteren nog” ingetrapt te zijn. Van Nieuwkerk: “kijk, iedereen trapt er in”.

Het gesprek wordt aangevuld met een videofragment uit Eenvandaag (oorspronkelijk uitgezonden op 7 november 2015).33 Een vrouw beweert dat vluchtelingen een baan krijgen aangeboden, dat heeft ze op Facebook gelezen. Het fragment illustreert dat er mensen zijn die onwaarheden die op Facebook staan, zomaar voor waar aannemen.34

“kijk maar even naar dit fragment van vorig jaar uit Eenvandaag”

‘Nepnieuws’ betekent hier “aperte onwaarheden” en “flauwekul verpakt als nieuws”. Het wordt ingezet als politiek campagnemiddel. Dit zou ook in Nederland kunnen gebeuren, volgens de sprekers, want er zijn mensen die van alles geloven.

Ook in andere actualiteitenprogramma’s wordt het verloop van de verkiezingen in de Verenigde Staten besproken. Op 18 november 2016 meldt EenVandaag-journalist Lammert de Bruin dat Facebook en Twitter vol staan met “fake news-berichten”.35 Op de vraag of mensen ook echt geloven in “fake newsberichten” op Facebook antwoordt De Bruin: “Ja, kijk maar even naar dit fragment van vorig jaar uit Eenvandaag”. Hetzelfde fragment van de vrouw die Facebookberichten gelooft, wordt gebruikt ter illustratie.

‘Nepnieuws’ als fenomeen is sinds deze periode, vlak na de verkiezingen in de Verenigde Staten niet meer slechts satire of een middel voor activisme. Er ontstaan zorgen over de invloed van ’fake news’ en ‘nepnieuws’ op de uitkomst van verkiezingen en referenda. Waar in DWDD nog een slag om de arm wordt gehouden en over “mogelijke beïnvloeding” wordt gesproken, is in EenVandaag het beeld helder: ‘nepnieuws’ zorgde ervoor dat Trump aan de macht kwam en in Nederland kunnen verkiezingen ook worden beïnvloed. Er is paniek.

Op 14 december 2016 komt het nepnieuwsdiscours voor in drie programma’s op een dag.

DWDD en WNL op Zondag bespreken de wens van enkele Duitse politici om het verspreiden van ‘nepnieuws’ via Google en Facebook strafbaar te stellen.36 Sinds deze periode is het gesprek over sancties gestart en niet meer verdwenen uit het discours. Zo ontstaat ook een juridische betekenis.

In dezelfde uitzending van WNL wordt teruggeblikt op een speech van Hillary Clinton. Het is haar eerste mediaoptreden sinds de verloren verkiezingen om het presidentschap. Ze waarschuwt voor ‘fake news’ en noemt het een “epidemie”. Met het woord epidemie doelt Clinton op de wijze van het verspreiden van de berichten.37 Volgens Clinton heeft ‘fake news’ socialemedia “overspoeld”. De verspreiding van ‘fake news’ niet alleen verkiezingen in gevaar, levens van gewone burgers staan op het spel.38 Er is in diezelfde maand een man met een vuurwapen een pizzarestaurant in Washington binnengevallen. De man is in de veronderstelling dat er vanuit de kelder een satanistisch pedoseksueel genootschap wordt gerund door Hillary Clinton.39 ‘Fake news’ gaat niet alleen meer over politiek, het hele land heeft er mee te maken, aldus Clinton.

De aandacht voor verzonnen nieuwsberichten leidt ertoe dat er in de actualiteitenprogramma’s vragen worden gesteld: waar komen de berichten vandaan en welke motivatie hebben verspreiders? Nieuwsuurverslaggever Rudy Bouma bezoekt het stadje Veles in Macedonië en portretteert enkele ondernemers die ‘nepnieuws’ over de Amerikaanse verkiezingen verzonnen en op socialemedia verspreiden om er geld aan te verdienen.40 ‘Nepnieuws’ wordt zo een verdienmodel.

In de eerste twee jaar van de onderzochte periode ontstaat het nepnieuwsdiscours vanuit verschillende onderwerpen en kent het in de actualiteitenprogramma’s grofweg vier betekenissen: 1. als wapen, vaak in een politieke strijd; 2. als satire; 3. als probleem dat verspreid zich als een virus 4. als verdienmodel. In gesprekken over internationale conflicten wordt het woord ‘desinformatie’ gebruikt. Politici zouden gebruik maken van goedgelovigheid en dit inzetten om het beeld over een conflict naar hun hand te zetten. Rondom de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten krijgt het nepnieuwsdiscours een vlucht: burgers zouden worden beïnvloed tijdens verkiezingen na het lezen van verzonnen nieuwsberichten. De berichten worden zowel verspreid om er geld aan te verdienen als om de verkiezingsuitslag te beïnvloeden. Het discours krijgt dus betekenis via oorlog en terrorisme, satire, politiek en economie.

2017 - 2018: van leugens naar aanklachten en onbruikbaarheid

Figuur 9. Woordgebruik door de jaren heen per maand 2017 -2018.

In 2017 en 2018 wordt het nepnieuwsdiscours definitief gemeengoed. Na de piek van 2016 en begin 2017, keert het gesprek terug in november 2017. In de vier maanden erna blijken signaalwoorden ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ dominante woorden in het discours.

Niet alleen op de Nederlandse televisie is in 2017 een piek te zien in discours, wereldwijd wordt aandacht besteed aan de term ‘fake news’. Collins Dictionary roept op 2 november 2017 het woord ‘fake news’ uit tot woord van het jaar.41 Ook in Australië en Noorwegen worden lokale vertaling van ‘fake news’ woord van het jaar. 42,43 In Nederland wordt ‘nepnieuws’ tweede in de woord van het jaar verkiezing van Onzetaal.nl, meldt Nieuwsuur.44

"laten we het gewoon weer leugens noemen”

In dezelfde periode ontstaat er onvrede over het gebruik van het nepnieuwsdiscours. Een fragment van 27 augustus 2017 illustreert dit gevoel van onvrede. In Zomergasten praten cabaretier Claudia de Breij en presentator Janine Abbring over Amerikaanse lobbyisten die Trump bijstonden in campagneperiode van 2016.45

Abbring: “hij [Paul Manafort] heeft het ook over disinformation, wat eigenlijk gewoon fake news avant la lettre is”. De Breij: “laten we het gewoon weer leugens noemen. Want fake news… net als post-truth tijdperk wordt dit genoemd. Dat is wel de grootste leugen die er is, want het bestaat niet. … De waarheid komt altijd boven, als de stijgende zeespiegel.”

De Breij staat niet alleen in haar kritiek op het gebruik van de woorden uit het discours. Twee Amerikaanse onderzoekers roepen in augustus 2018 op om de term ‘fake news’ helemaal niet meer te gebruiken.46,47 Volgens hen is dat praten over ‘fake news’ mogelijk schadelijker dan het lezen van ‘fake news’ zelf.48 Het herhalen van de term zou effect hebben op hoe mensen denken over al het nieuws dat ze dagelijks meekrijgen. Gesprekken over ‘fake news’ als onderwerp leiden tot wantrouwen tegenover de pers in het algemeen.49

In een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Inquiry van augustus 2018 is de boodschap helder: Stop talking about fake news! .50 Filosoof Joshua Habgood-Coote schrijft dat er sinds 2016 een stortvloed aan academische papers en journalistieke artikelen is geproduceerd over ‘fake news’ (alsook ‘post truth’ tijdperk). Alleen is er geen consensus over wat er precies mee wordt bedoeld, schrijft Habgood-Coote. Ten tweede zijn er prima woorden om te gebruiken als het over het disfunctioneren van kennis (epistemic dysfunction) gaat. “Leugens”, zou Claudia de Breij hier roepen. Ten derde, schrijft de filosoof, is de term ‘fake news’ ingezet voor propagandadoeleinden door politici. ‘Fake news’ roepen gebeurt vaak in een context waarin een beschuldiging wordt geuit om de luisteraars te overtuigen dat iets onwaar is (ongeacht of dat zo is), de verteller in diskrediet te brengen en wantrouwen op te wekken bij de luisteraars. Deze politici geven het discours de betekenis van een aanklacht.

In Nederlands onderzoek wordt het beeld van Habgood-Coote onderschreven. Het woord ‘fake news’ wordt onbruikbaar verklaard: het is te weinig precies, te gepolitiseerd en heeft te veel connotaties zoals bedrieglijk, vals of ongebalanceerd.51

Ook in de journalistiek wordt onvrede geuit jegens enkele woorden uit het discours. In een video van NOS wordt de term ‘nepnieuws’ “een containerbegrip” genoemd. Een woord waar “iedereen zijn eigen betekenis aan geeft”.

Link naar video: Nepnieuws, wat betekent dat nou precies?

“Sinds President Trump is de term ‘fake news’ gebruikt als frame tegen de gevestigde journalistiek, voor als er een fout wordt gemaakt. Het slechte journalistiek betreft maar ook als het nieuws je simpelweg niet bevalt”, legt presentator Emil van Oers in de video uit. Daardoor zijn de woorden ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ onbruikbaar geworden. Van Oers sluit de video af door te stellen dat je daarom steeds vaker de woorden ‘misinformatie’ en ‘desinformatie’ zal horen.

Wat gebeurt er in de actualiteitenprogramma’s in de periode na deze kritiek? Na de onvrede over het woord ‘nieuws’ in ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ en de oprekking van het begrip tot een containerbegrip, verdwijnen de woorden niet uit het discours. Wel wint het woord ‘desinformatie’ terrein, zie hiervoor figuur 6.

2018 - 2019 van lugubere grap naar burgerlijke onrust

Figuur 10. Woorden uit het nepnieuwsdiscours 2018-2019.

Na de pieken uit 2018 zakt het discours niet meer weg. De verschillende signaalwoorden dragen bij aan de aanwezigheid van het discours.

Nu journalisten, experts en politici gewaarschuwd hebben voor de ontwrichtende werking voor de democratie en het nepnieuwsdiscours wordt ingezet om media aan te klagen, begint de zoektocht naar daders en slachtoffers.52

Tijdens uitzendingen worden voorbeelden gegeven van incidenten uit het buitenland.53 Presentator Rick Nieman vraagt in WNL op Zondag aan premier Rutte of de ministers en de premier de invloed van ‘nepnieuws’ in Nederland hebben overdreven.54 Journalist Pieter Waterdrinker bagatelliseert het probleem van ‘nepnieuws’ uit Rusland, zowel voor verkiezingen in het buitenland als in ons land, is het van marginale invloed, aldus de Ruslandkenner.55

Het discours verschijnt ook steeds vaker los van politieke context. Er wordt melding gemaakt van het verschijnen van ‘nepnieuws’ rondom grote nieuwsgebeurtenissen: “wat echt een beetje een traditie begint te worden, is ‘nepnieuws’ wat wordt verspreid over slachtoffers”, zegt EenVandaag presentator Rob Hadders na een nieuwsitem over een brand in een Londense flat.56 Is hier sprake van een lugubere grap met wellicht een economisch verdienmodel?

“Nepnieuws in Nigeria kost mensenlevens”

In de programma’s gaat het over incidenten tussen burgers onderling. NOS-correspondent Bram Vermeulen meldt dat “Nepnieuws in Nigeria mensenlevens kost”.57 Bij botsingen tussen islamitische herders en christelijke boeren, zouden honderden doden zijn gevallen, waarbij ‘nepnieuws’ de oorzaak was. Het grote probleem is socialemedia, waarop verzonnen verhalen escaleren, wordt gesteld in het item. De discussie is hiermee losgekomen van beïnvloeding van buitenlandse partijen, met name speelt het nu tussen burgers onderling. Zo wordt het discours verbonden aan burgerlijke onrust.

In de drie jaar na de introductie van het discours zijn de signaalwoorden ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ door sommigen gebruikt om de mogelijk invloed op de democratie van ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ te bespreken. In gesprekken over het economische verdienmodel voor techbedrijven en gebruikers die ‘nepnieuws’ verspreiden, richt het discours zich meer op de verspreiders. In het gesprek over ‘nepnieuws rondom een incident, gaat het met name over de slachtoffers van ‘nepnieuws’, door burgers onderling verspreid.

Tegelijkertijd zijn specifieke woorden uit het discours voor anderen problematisch. Het zijn onbruikbare containerbegrippen geworden. Volgens critici zou in ieder geval de term ‘nieuws’ vermeden moeten worden maar de geest lijkt al uit de fles: ‘nepnieuws’ en ‘fake news’ raken niet uit de mode.

Als in 2020 de coronapandemie begint, verandert de focus van het buitenland naar het binnenland. De mogelijk kwade buitenlandse bemoeienis wanneer Nederlanders naar de stembus gaan, raakt op de achtergrond. Nederlandse burgers onderling worden de focus van het gesprek. Niet alleen onze democratie is in gevaar, ook de volksgezondheid staat op het spel.

2020 - 2022: van probleem tussen burgers naar kwantificering en wapen in een oorlog

Figuur 11. Ontwikkeling per signaalwoord 2020 - juni 2022.

Het is 4 februari 2020 als EenVandaag meldt dat de WHO waarschuwt voor ‘nepnieuws’ over corona”.58 In maart wordt wereldwijd de coronapandemie erkend. In figuur 11 is de ontwikkeling per woord tussen januari 2019 en juni 2022 te zien. Rond maart 2020 is er een opleving van het nepnieuwsdiscours, met name veroorzaakt door het gebruik van de woorden ‘desinformatie’ en ‘nepnieuws’.

“Dus u heeft desinformatie verspreid?”

Het perspectief op het nepnieuwsdiscours is in deze periode de verspreiding van informatie onder burgers. In Nieuwsuur interviewt verslaggever Rudy Bouma een moeder en dochter die een hele andere blik hebben op wat er wel en niet klopt over corona. De moeder is geblokkeerd op Facebook voor het verspreiden van ‘desinformatie’. “Dus u heeft desinformatie verspreid?”, vraag Bouma aan de moeder.59 Het nepnieuwsdiscours wordt ingezet als aanklacht tegen burgers.

In deze periode wordt het discours ook gevoed met statistieken. Nu er meldingen komen dat ‘fake news’, ‘nepnieuws’ en ‘desinformatie’ onder burgers gedeeld worden, wordt in verschillende berichten de omvang van het probleem aangekaart. Aan de talkshowtafel van M meldt presentator Margriet van der Linden: “Tijdens de coronacrisis zijn er twee keer zoveel nepaccounts actief op socialemedia, meldt Carnegie Mellon University” en “studie MIT: valse berichten hebben zeventig procent meer kans op Retweet, dan echte nieuwsverhalen en verspreiden zes keer zo snel”.60 In het 20 uur journaal wordt gemeld dat “zeker 50 accounts nepnieuws over corona in Nederland verspreiden”, dat zou blijken uit een analyse van datajournalistiek platform Pointer.61 ‘Nepnieuws’ wordt zo onderworpen aan onderzoek waarmee een poging wordt gedaan om de omvang van het probleem te kwantificeren.

In de eerste zes maanden van 2022 is het nepnieuwsdiscours meer gevonden dan in de jaren ervoor. De verschillende betekenissen die laag voor laag vanaf 2014 aan de woorden uit het discours zijn toegevoegd, komen in de eerste drie maanden zo goed als allemaal langs. ‘Fake news’ en ‘desinformatie’ wordt verspreid op platformen van grote techbedrijven, wat politici via juridisch sancties willen bestrijden.62 Het woord ‘desinformatie’ valt als wordt gewezen op het gevaar voor de volksgezondheid in de strijd over wat de huidige kennis is over corona.63 Het zijn slechts vijf voorbeelden uit 136 fragmenten in het eerste half jaar van 2022.

Vanaf eind februari overheerst de Russische dreiging aan de grens met Oekraïne de actualiteitenrubrieken. ‘desinformatie’ als oorlogswapen was in 2014 al ter sprake gekomen maar tijdens het conflict in Oekraïne keert het gesprek hierover dagelijks terug. Soms meerdere keren per dag gaat het nepnieuwsdiscours over beelden die te zien zijn op socialemediaplatformen, waarvan sommige volledig gemanipuleerd zijn.64

Eén betekenis vinden we niet meer terug in 2022: met satire wordt het nepnieuwsdiscours niet meer in verband gebracht.

Conclusie

Deze Data Story is een eerste schets van het publieke gesprek waarin het woord ‘nepnieuws’ en aanverwante woorden vallen en betekenis krijgen. In het archief van Beeld & Geluid is met de Clariah Media Suite vrij nauwkeurig terug te vinden hoe dit publieke debat ontstaat. Door per jaar te analyseren, wordt duidelijk dat het nepnieuwsdiscours na 2016 constant aanwezig is. In de jaren 2014 en 2015 vallen de signaalwoorden voor het eerst. Sinds de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten in 2016 stijgt het aantal uitzendingen waarin het discours voorkomt aanzienlijk. Alle geanalyseerde omroepen volgen deze trend, net als de twee bekeken actualiteitenrubrieken Nieuwsuur en Eenvandaag. De signaalwoorden vallen overal.

Uit deze Data Story blijkt dat het nepnieuwsdiscours bij alle geanalyseerde omroepen en de programma’s EenVandaag en Nieuwsuur in grote lijnen op dezelfde momenten voorkomt. We kunnen daardoor stellen dat het discours een omroepbreed gesprek is. Via politici, journalisten, experts en in voxpops krijgt het discours diverse betekenissen.

In twee Nederlandse onderzoeken wordt gesteld dat de aandacht voor het onderwerp de hoeveelheid ‘nepnieuws’ die wordt aangetroffen, overschaduwt. De langer aanhoudende aandacht voor het onderwerp ‘nepnieuws’ tussen eind 2016 en begin 2017 is te verklaren doordat het onderwerp nieuw is. Er moet nog een mening worden gevormd door politici, journalisten en opiniemakers, dus blijft het gesprek actueel.65,66 Op basis van de analyse voor deze Data Story lijken actualiteitenprogramma’s er ook in 2022 nog niet over uitgepraat.

Een verklaring kan zijn dat het gesprek binnen elk actueel thema (opnieuw) gevoerd wordt. Nieuwe betekenissen van het nepnieuwsdiscours worden elke keer verbonden aan nieuwe actualiteiten. Verkiezingen, invloedrijke techbedrijven, wetten, moordpartijen in het buitenland, complotdenken, coronamaatregelen, bedreigingen van politici, artsen en wetenschappers, de oorzaak voor een lijst incidenten wordt gezocht met de signaalwoorden uit het nepnieuwsdiscours. Ook lijken betekenissen en onderwerpen die aan het discours zijn verbonden niet zomaar te verdwijnen. De vraag naar invloed ervan op verkiezingen, blijft een terugkerend gesprek.

Uit de analyse op fragmentniveau blijkt dat de signaalwoorden een steeds gelaagder betekenis krijgen. Met name de betekenis van het woord ‘nepnieuws’ verandert door de jaren heen, waarmee de oude betekenis niet hoeft te verdwijnen. Alleen de onschuldige betekenis satire uit de beginperiode verdwijnt, terwijl in de latere jaren ‘nepnieuws’ als (politiek) wapen terugkeert en paniek veroorzaakt. Het wordt ook gezien als technologisch probleem op socialemediaplatformen. Waar de platformen en overheden oplossingen voor moeten vinden. In 2019-2020 verplaatst de focus naar burgers onderling. Eind februari 2022 valt het woord ‘nepnieuws’ samen met ‘desinformatie’, wanneer de dreiging van een Russische aanval in Oekraïne wordt besproken.

Het discours wordt door de jaren heen bekritiseerd. In Amerikaans onderzoek wordt zelfs de link gelegd tussen het gebruik van het woord ‘fake news’ en dalend vertrouwen in de pers in het algemeen.67 In Nederland speelt met name de discussie over wat het maatschappelijke effect van ‘nepnieuws’ is. De woorden ‘fake news’ en ‘nepnieuws’ worden door enkelen als onbruikbaar bestempeld maar ze verdwijnen niet.

Verder onderzoek

De voor dit onderzoek onderzochte uitzendingen en besproken fragmenten kunnen nader worden geanalyseerd. Dit kan bijvoorbeeld tonen wie de woorden uit het discours gebruiken. Wie brengt het onderwerp elke keer ter sprake: een politicus, een journalist, een expert, of mogelijk een ander type spreker? Met een systematische analyse van de fragmenten worden verhoudingen tussen journalistiek, politiek, experts en publiek zichtbaar.

Het onderzoek voor deze Data Story geeft een beeld van het nepnieuwsdiscours in actualiteitenrubrieken van de publieke omroep maar wat zegt het over het algemeen? Via andere kanalen, zoals in reacties op de video Nepnieuws, Wat Betekent Dat Nou Precies? van de NOSop3, krijgen de woorden ook betekenis. Zo wordt de NOS in een reactie zelf ‘nepnieuws’ genoemd.68 De stickers waar op staat “NOS=nepnieuws”, zijn ook niet onbekend. Het onderzoek zou uitgebreid kunnen worden met een analyse van andere kanalen waar het nepnieuwsdiscours betekenis krijgt, zoals commentaarsecties onder socialmediaberichten, nieuwssites en opiniestukken.

De selectie van programma’s kan ook zelf een bron zijn voor vervolgonderzoek. Onderzocht kan worden hoe een ander discours zich ontwikkelt. De onderzoeksmethode en vragen kunnen zo als blauwdruk of als inspiratie dienen voor het onderzoeken van andere publieke debatten.

Methodologische verantwoording

Om fragmenten uit het nepnieuwsdiscours in ons archief te vinden is een lijst van signaalwoorden opgesteld. Eerst is met de CLARIAH Media Suite gezocht in de ondertiteling voor doven en slechthorenden naar fragmenten waarin het woord ‘fake news’ valt. Zo is een lijst fragmenten samengesteld. Om de lijst van signaalwoorden te maken zijn zes uitzendingen van actualiteitenprogramma’s bekeken. Tijdens het kijken is onderzocht welke woorden er nog meer gebruikt worden als de term ‘fake news’ valt. Uit deze analyse blijkt dat er synoniemen voor ‘fake news’, zoals de Nederlandse vertaling ‘nepnieuws’ in de programma’s worden gebruikt. Ook vallen er woorden die er sterk samenhangen met ‘fake news’, zoals het woord desinformatie.

Om de lijst met signaalwoorden verder uit te breiden is met de CLARIAH Media Suite gezocht naar fragmenten waarin ‘nepnieuws’, ‘desinformatie’, of ‘misinformatie’ voorkomen. Dit levert meer woorden op die ook worden gebruikt: ‘flauwekulberichten’, ‘fake berichten’ en ‘nep informatie’. Ook zijn varianten van termen, zoals ‘fake nieuws’ en ‘nep nieuws’ in de ondertiteling van actualiteitenprogramma’s te vinden, met een andere schrijfwijze, maar dezelfde betekenis.

Een woord is niet als signaalwoord opgenomen: ‘flauwekulberichten’. Het komt slechts één keer voor in de zes bekeken programma’s. Het vormt waarschijnlijk een verwaarloosbaar aandeel binnen het discours. Een schrijfwijze van ‘nepnieuws’ is niet opgenomen: ‘Net nieuws’. Het komt twintig keer voor maar uit de context is op te maken dat wanneer het woord is gevonden, iemand in negen gevallen ‘nepnieuws’ zegt; het betreft hier dus een fout in de ondertiteling. In de andere zeven gevallen wordt er over ‘net nieuws’ gesproken, zoals in de zin: “… dat er net nieuws naar buiten is gekomen …”.69 In vier gevallen gaat het over “het nieuws”, zoals bij: “Kijken we nog even naar net nieuws van morgen”.70 Al met al valt in minder dan de helft van de gevallen daadwerkelijk de term ‘nepnieuws’. Daarom is besloten om “net nieuws” niet op te nemen bij de berekeningen van de signaalwoorden.

Op basis van de bekeken fragmenten zijn zeven signaalwoorden gekozen: nepnieuws, fake news, fake berichten, nepberichten, misinformatie, desinformatie, nepinformatie. Op basis van de verschillende schrijfwijze is de volgende query ontwikkeld:

“nepnieuws” OR “nep news” OR “nepnews” OR “nep nieuws” OR “fake news” OR “fakenews” OR “fake nieuws” OR “fake berichten” OR “fakeberichten” OR “nepberichten” OR “nep berichten” OR “misinformatie” OR “mis informatie” OR “des informatie” OR “desinformatie” OR “nepinformatie” OR “nep informatie”

Met deze query is met de CLARIAH Media Suite gezocht in alle 570 mogelijke metadatavelden. Onder andere ondertiteling, asr (spraakherkenning), en beschrijvingen van uitzendingen gegeven door de omroepen zelf of metadatabeheerders van Beeld & Geluid.

De lijst met programmatitels is gemaakt op basis van het genre actualiteiten. Van alle programma’s die voldoen aan de omschrijving zijn de programma’s geselecteerd die het vaakst zijn uitgezonden tussen 2014 en 30 juni 2022. Vervolgens zijn hier vijftien programmatitels toegevoegd aan de lijst die minder dan 15 keer zijn uitgezonden maar voor het onderwerp relevant zijn en waarbij een vermoeden bestaat dat tijdens de uitzendingen een van de woorden uit het nepnieuwsdiscours zijn gevallen, zoals Filemon en de complotten en De Verenigde Staten van Eva.

Voor de analyse is geteld in hoeveel uitzendingen een van de signaalwoorden voorkomt. Uitgangspunt is dat elke keer als een van de signaalwoorden valt, iemand het nepnieuwsdiscours aanhaalt. In die gevallen krijgen de signaalwoorden betekenis door de gesprekken erover. In totaal is het discours in 497 uur televisie aangetroffen.

Het is mogelijk dat een signaalwoord is gevonden in de omschrijving van een uitzending, maar in de uitzending niet expliciet is gevallen. In dit geval hebben we de uitzending wel tot het discours gerekend. We tellen dit mee omdat door de beschrijver van de uitzending het gesprek wel is omschreven met het gebruik van een van de signaalwoorden. De uitzending is dus onderdeel van het nepnieuwsdiscours zonder dat een signaalwoord expliciet valt. Hier zijn geen voorbeeld van gevonden.

Om een beeld te krijgen over hoe de signaalwoorden uit het discours betekenis krijgen, zijn 89 fragmenten helemaal bekeken.

Voor programma’s die door meerdere omroepen worden gemaakt, zoals Nieuwsuur, wordt de indeling die is meegegeven in de metadata aangehouden. Voor de telling bij per omroep is hetzelfde gedaan.

Bronnenlijst

Adhanom Ghebreyesus, Tedros. “Munich Security Conference.” Who.int, World Health Organization, 15 Feb. 2020, https://www.who.int/director-general/speeches/detail/munich-security-conference.

Berg, Dennis van den. “Nepnieuws - Netwerk Mediawijsheid.” Netwerkmediawijsheid.net, Netwerkmediawijsheid, Jan. 2021, https://netwerkmediawijsheid.nl/wp-content/uploads/sites/6/2021/03/Nepnieuws-onderzoeksrapport-2021-Netwerk-Mediawijsheid.pdf.

Burger, Peter, et al. “The Reach of Commercially Motivated Junk News on Facebook.” PLOS ONE, vol. 14, no. 8, 2019, https://doi.org/10.1371/journal.pone.0220446.

CNN. “New Name for Fake News: ‘Viral Deception’ - CNN Video.” CNN, Cable News Network, 5 Mar. 2017, https://edition.cnn.com/videos/tv/2017/03/05/new-name-for-fake-news-viral-deception.cnn.

Collier, Jessica. “Why We Really Need to Stop Saying Fake News.” Mediaengagement.org, The University of Texas at Austin, 13 Oct. 2020, https://mediaengagement.org/blogs/why-we-really-need-to-stop-saying-fake-news/.

Costera Meijer, Irene. “Digital News Report Nederland 2021.” Mediamonitor.nl, Commissariaat Voor De Media, 2021, https://www.mediamonitor.nl/digitalnewsreport/digitalnewsreport2021/.

Cukier, Eva. “Moskou Voert Druk in De Donbas Op Met Nepnieuws En Geweld.” NRC.nl, NRC, 20 Feb. 2022, https://www.nrc.nl/nieuws/2022/02/20/moskou-voert-druk-in-de-donbas-op-met-nepnieuws-en-geweld-a4092081.

EenVandaag. “Protest Tegen Komst AZC in Purmerend.” EenVandaag, AvroTros - NPO, 7 Oct. 2015, https://eenvandaag.avrotros.nl/item/protest-tegen-komst-azc-in-purmerend/.

EenVandaag. (2022, October 17). Over EenVandaag. EenVandaag. Retrieved November 16, 2022, from https://eenvandaag.avrotros.nl/info/over-eenvandaag/.

Flood, Alison. “Fake News Is ‘Very Real’ Word of the Year for 2017.” The Guardian, Guardian News and Media, 2 Nov. 2017, https://www.theguardian.com/books/2017/nov/02/fake-news-is-very-real-word-of-the-year-for-2017.

Farhall, K., Carson, A., Wright, S., Gibbons, A., & Lukamto, W. (2019). Political Elites’ use of fake news discourse across communications platforms. International Journal of Communication. Retrieved November 9, 2022, from https://ijoc.org/index.php/ijoc/article/view/10677

Funke, Daniel, and Daniela Flamini. “A Guide to Anti-Misinformation Actions around the World.” Poynter.org, Poynter, 14 Aug. 2019, https://www.poynter.org/ifcn/anti-misinformation-actions/.

Giuliani-Hoffman, Francesca. “‘f*** News’ Should Be Replaced by These Words, Claire Wardle Says.” CNNMoney, Cable News Network, 3 Nov. 2017, https://money.cnn.com/2017/11/03/media/claire-wardle-fake-news-reliable-sources-podcast/index.html.

Griffith, Brent. “Obama: We Must Guard against Fake News.” POLITICO, 17 Nov. 2016, https://www.politico.com/story/2016/11/obama-fake-news-231565.

Habgood-Coote, Joshua. “Stop Talking about Fake News!” Inquiry, vol. 62, no. 9-10, 2018, pp. 1033–1065., https://doi.org/10.1080/0020174x.2018.1508363.

Ingram, Mathew. “Europe Tries to Fight Hate, Harassment, and Fake News without Killing Free Speech.” Cjr.org, Columbia Journalism Review, 17 Jan. 2018, https://www.cjr.org/innovations/europe-youtube-facebook-free-speech.php.

Kanne, P., & Driessen, M. (2019, December 19). Desinformatie Leidt Tot verwarring bij nieuwsconsument - 065.wpcdnnode.com. ioresearch.nl. Retrieved March 1, 2023, from https://065.wpcdnnode.com/ioresearch.nl/wp-content/uploads/2019/10/Rapport-Nepnieuws-Volkskrant-Versie-19122017.pdf.

Kranenberg, Annieke. “Nederlanders Bezorgd over ‘Nepnieuws’ - Een Op Drie Weet Vaak Niet Meer Wat Waar Is En Wat Onwaar.” De Volkskrant, 23 Dec. 2017, https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederlanders-bezorgd-over-nepnieuws-een-op-drie-weet-vaak-niet-meer-wat-waar-is-en-wat-onwaar~b6914596/.

Merica, Dan. “Hillary Clinton Calls Fake News ‘an Epidemic’.” CNN, Cable News Network, 9 Dec. 2016, https://edition.cnn.com/2016/12/08/politics/hillary-clinton-fake-news-epidemic/index.html.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Checklist ‘Is Die Informatie Echt?’.” Desinformatie En Nepnieuws | Rijksoverheid.nl, Ministerie Van Algemene Zaken, 19 Apr. 2022, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/desinformatie-nepnieuws/checklist-tips-tegen-nepnieuws-desinformatie.

Nationale, Assemblée. “Proposition De Loi Nº 799 Relative à La Lutte Contre Les Fausses Informations.” Assemblee-Nationale.fr, Assemblée Nationale, 21 Mar. 2018, https://www.assemblee-nationale.fr/dyn/15/textes/l15b0799_proposition-loi.

NOS Nieuws. “Duitse Politici: Nepnieuws Moet Strafbaar Worden.” NOS.nl, NOS Nieuws, 13 Dec. 2016, https://nos.nl/artikel/2148153-duitse-politici-nepnieuws-moet-strafbaar-worden.

NOSop3. Nepnieuws, Wat Betekent Dat Nou Precies? YouTube.com, NOS, 5 Mar. 2018, https://www.youtube.com/watch?v=rZHhgUl_fFc. Accessed 30 Aug. 2022.

Robb, A. (2017, November 16). Pizzagate: Anatomy of a fake news scandal. Rolling Stone. Retrieved November 15, 2022, from https://www.rollingstone.com/feature/anatomy-of-a-fake-news-scandal-125877/

Selma. (2021, June 15). Jop van de speld legt Uit Dat satire Geen nepnieuws is. IsDatEchtZo? Retrieved November 16, 2022, from https://www.isdatechtzo.nl/nepnieuws/zie-jij-het-verschil-tussen-satire-en-nepnieuws/.

Sprakradet. (n.d.). Faktaark årets Ord 2017 - Språkrådet. sprakradet.no. Retrieved November 16, 2022, from https://www.sprakradet.no/globalassets/aktuelt/faktaark_aretsord_2017_bm.pdf.

Silverman, Craig. “Fake News Site National Report Set off a Measure of Panic by Publishing Fake Story about Ebola Outbreak: Https://T.co/Chrjtpuhyc Scumbags.” Twitter, Twitter, 15 Oct. 2014, https://twitter.com/CraigSilverman/status/522179364767924224?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E522179364767924224%7Ctwgr%5E%7Ctwcon%5Es1_&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.buzzfeednews.com%2Farticle%2Fcraigsilverman%2Fi-helped-popularize-the-term-fake-news-and-now-i-cringe.

Silverman, Craig. “I Helped Popularize the Term ‘Fake News’ and Now I Cringe Whenever I Hear It.” BuzzFeed News, BuzzFeed News, 31 Dec. 2017, https://www.buzzfeednews.com/article/craigsilverman/i-helped-popularize-the-term-fake-news-and-now-i-cringe.

Steenhoven, Bertijn van der. “Nepnieuws in Het Nieuws, Een Mediahype? Een Analyse Van De Aandacht Voor Nepnieuws in Nederlandse Media.” Tijdschrift Voor Communicatiewetenschap, vol. 46, no. 2, 7 June 2018, pp. 96–118., https://doi.org/https://doi.org/10.5117/2018.046.002.002.

Van Duyn, Emily, and Jessica Collier. “Priming and Fake News: The Effects of Elite Discourse on Evaluations of News Media.” Mass Communication and Society, vol. 22, no. 1, 2018, pp. 29–48., https://doi.org/10.1080/15205436.2018.1511807.

Vandystadt, Nathalie. “Next Steps against Fake News: Commission Sets up High-Level Expert Group and Launches Public Consultation.” European Commission, Europese Commissie, 13 Nov. 2017, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_17_4481.

VPRO. (n.d.). Over buitenhof. VPRO. Retrieved November 16, 2022, from https://www.vpro.nl/buitenhof/service/over.html.

Wardle, C., & Derakhshan, H. (2017, September 27). RM - information disorder: Report November 2017 - Coe. Retrieved September 30, 2022, from https://rm.coe.int/information-disorder-report-november-2017/1680764666.

Webredactie, BNR. “Ollongren Pakt Fake News Rond Verkiezingen Aan.” Bnr.nl, BNR Nieuwsradio, 17 Nov. 2020, https://www.bnr.nl/nieuws/politiek/10426526/ollongren-pakt-fake-news-rond-verkiezingen-aan.

Wires, N. (2016, December 9). Fake news an ‘epidemic’ with ‘real world consequences’, warns Clinton. France 24. Retrieved November 15, 2022, from https://www.france24.com/en/20161209-hillary-clinton-fake-news-epidemic-with-real-world-consequences-trump-usa-election

Wright, S. (2015, November 5). Collins word of the year 2015 Q & A. Collins Dictionary Language Blog. Retrieved October 19, 2022, from https://blog.collinsdictionary.com/language-lovers/collins-word-of-the-year-2015-q-a/.

Wright, S. (2020, November 12). Collins 2017 word of the year shortlist. Collins Dictionary Language Blog. Retrieved October 24, 2022, from https://blog.collinsdictionary.com/language-lovers/collins-2017-word-of-the-year-shortlist/

Notes


  1. Zie bijvoorbeeld https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederlanders-bezorgd-over-nepnieuws-een-op-drie-weet-vaak-niet-meer-wat-waar-is-en-wat-onwaar~b6914596/ 81% van de repsondenten zegt het eens te zijn met de stelling: “Nepnieuws is een bedreiging voor het functioneren van onze democratie en rechtsstaat.” Kanne, P., & Driessen, M. (2019, December 19). Desinformatie Leidt Tot verwarring bij nieuwsconsument - 065.wpcdnnode.com. ioresearch.nl. Retrieved March 1, 2023, from https://065.wpcdnnode.com/ioresearch.nl/wp-content/uploads/2019/10/Rapport-Nepnieuws-Volkskrant-Versie-19122017.pdf; https://netwerkmediawijsheid.nl/wp-content/uploads/sites/6/2021/03/Nepnieuws-onderzoeksrapport-2021-Netwerk-Mediawijsheid.pdf; https://www.cvdm.nl/sites/default/files/files/Digital%20News%20Report%20Nederland%202021.pdf.

  2. Merica, Dan. “Hillary Clinton Calls Fake News ‘an Epidemic’.” CNN, Cable News Network, 9 Dec. 2016, https://edition.cnn.com/2016/12/08/politics/hillary-clinton-fake-news-epidemic/index.html.

  3. Griffith, Brent. “Obama: We Must Guard against Fake News.” POLITICO, 17 Nov. 2016, https://www.politico.com/story/2016/11/obama-fake-news-231565.

  4. Vandystadt, Nathalie. “Next Steps against Fake News: Commission Sets up High-Level Expert Group and Launches Public Consultation.” European Commission, Europese Commissie, 13 Nov. 2017, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_17_4481.

  5. Webredactie, BNR. “Ollongren Pakt Fake News Rond Verkiezingen Aan.” Bnr.nl, BNR Nieuwsradio, 17 Nov. 2020, https://www.bnr.nl/nieuws/politiek/10426526/ollongren-pakt-fake-news-rond-verkiezingen-aan.

  6. Nationale, A. (2018, March 21). Proposition de Loi nº 799 relative à la lutte contre les Fausses Informations. Assemblée nationale. Retrieved October 24, 2022, from https://www.assemblee-nationale.fr/dyn/15/textes/l15b0799_proposition-loi.

  7. Ingram, Mathew. “Europe Tries to Fight Hate, Harassment, and Fake News without Killing Free Speech.” Cjr.org, Columbia Journalism Review, 17 Jan. 2018, https://www.cjr.org/innovations/europe-youtube-facebook-free-speech.php.

  8. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Checklist ‘Is Die Informatie Echt?’.” Desinformatie En Nepnieuws | Rijksoverheid.nl, Ministerie Van Algemene Zaken, 19 Apr. 2022, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/desinformatie-nepnieuws/checklist-tips-tegen-nepnieuws-desinformatie.

  9. Wardle, C., & Derakhshan, H. (2017, September 27). RM - information disorder: Report November 2017 - Coe. Retrieved September 30, 2022, from https://rm.coe.int/information-disorder-report-november-2017/1680764666.

  10. Silverman, Craig. “Fake News Site National Report Set off a Measure of Panic by Publishing Fake Story about Ebola Outbreak: https://t.co/CHrjtpUhyc.” Twitter, Twitter, 15 Oct. 2014, https://twitter.com/CraigSilverman/status/522179364767924224?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E522179364767924224%7Ctwgr%5E%7Ctwcon%5Es1_&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.buzzfeednews.com%2Farticle%2Fcraigsilverman%2Fi-helped-popularize-the-term-fake-news-and-now-i-cringe.

  11. Silverman, Craig. “I Helped Popularize the Term ‘Fake News’ and Now I Cringe Whenever I Hear It.” BuzzFeed News, BuzzFeed News, 31 Dec. 2017, https://www.buzzfeednews.com/article/craigsilverman/i-helped-popularize-the-term-fake-news-and-now-i-cringe.

  12. “In the Netherlands, fake news is more media hype than real challenge, with little serious concern about its impact.” digital news report 2017 p. 80.

  13. 30 procent van de Nederlanders zegt zich zorgen te maken, tegenover 54 procent gemiddeld in andere landen.

  14. “Aan respondenten is gevraagd aan te geven of ze bezorgd zijn over slechte journalistiek, verzonnen verhalen voor politieke of commerciële redenen, nieuws dat reclame blijkt te zijn, nepnieuws voor satirisch gebruik en het gebruik van de term ‘nepnieuws’ om anderen in diskrediet te brengen. Nederlanders maken zich vooral zorgen over desinformatie: verhalen waarin feiten worden verdraaid om een bepaald doel te bereiken. Ook verhalen die volledig verzonnen zijn om politieke of commerciële redenen zijn reden tot zorg. Slechte journalistiek en het gebruik van het begrip ‘nepnieuws’ door politici worden door twee van de vijf Nederlanders genoemd. Verzonnen verhalen in de vorm van satire zijn maar heel beperkt aanleiding voor bezorgdheid.” Digital News Report, 2018, p. 58.

  15. “Nederlanders hebben weinig zorgen over nepnieuws” https://www.mediamonitor.nl/digitalnewsreport/digital-news-report-2018/

  16. Van der Steenhoven, Bertijn. “Nepnieuws in het nieuws, een mediahype?.” Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 46.2 (2018): 96-118.

  17. “Onder nieuws wordt een verslag van een gebeurtenis verstaan, metanieuws betreft artikelen waarin wordt gereflecteerd op het nieuws: achtergronden, analyses en opiniebijdragen” Van der Steenhoven p. 108.

  18. In 2022 hebben dertien omroepen uitzendrechten op de NPO. In de periode 2014 tot 2022 bestond niet elke omroep waardoor er alleen een vergelijking is gemaakt van zeven omroepen die gedurende de hele onderzochte periode actualiteitenprogramma’s hebben uitgezonden.

  19. “Als relatief nieuwe omroep wil WNL binnen de publieke omroep een stem geven aan de brede liberaal-conservatieve stroming in ons land. WNL kiest omwille van de identiteit voor vier thema’s: politiek, economie, veiligheid en onze Nederlandse identiteit.” https://wnl.tv/over-wnl/.

  20. “Het Jeugdjournaal is een nieuwsprogramma voor kinderen van 9 tot en met 12 jaar” https://jeugdjournaal.nl/over/2065380-alles-over-het-nos-jeugdjournaal.html.

  21. Buitenhof kiest voor “gezaghebbende gasten uit binnen- en buitenland, van politici en ceo’s tot originele denkers en opiniemakers”, VPRO. (n.d.). Over buitenhof. VPRO. Retrieved November 16, 2022, from https://www.vpro.nl/buitenhof/service/over.html. Bij Eenvandaag komen “niet alleen deskundigen aan het woord, maar juist ook mensen die direct bij het nieuws betrokken zijn”, EenVandaag. (2022, October 17). Over EenVandaag. EenVandaag. Retrieved November 16, 2022, from https://eenvandaag.avrotros.nl/info/over-eenvandaag/.

  22. Het gaat hier om uitzendingen waarin een of meer van de signaalwoorden is gevallen. Als twee verschillende woorden een keer of vaker vallen, tellen we die een keer mee bij het betreffende signaalwoord.

  23. Wetenschappers gebruiken ‘misinformatie’ vaak in combinatie met ‘desinformatie’ als ze over de betekenis van deze woorden spreken. Het gaat hier meestal om een onderscheid tussen de intentie van het verspreiden. ‘Desinformatie’’ is met opzet verspreiden van misleidende of foutieve informatie. De verspreider van ‘misinformatie’ doet dit zonder te weten dat het informatie misleidend of fout is. Zie Wardle, C., & Derakhshan, H. (2017, September 27). RM - information disorder: Report November 2017 - Coe. Retrieved September 30, 2022, from https://rm.coe.int/information-disorder-report-november-2017/1680764666.

  24. 2014-05-11, Buitenhof, 2101608150139152031.

  25. 2015-11-06, Pauw, 2101608170160346331.

  26. 2014-02-11, Nieuwsuur, 2101608150134701331.

  27. 2015-05-20, Nieuwsuur, 2101608170156888231.

  28. 2014-05-11, Buitenhof, 2101608150137500131.

  29. 2014-03-21, Vandaag De Dag 2101608150135927531.

  30. 2015-03-30, De Wereld Draait Door, 2101608170155412931.

  31. Illustratief voor de verandering van de verhouding tussen satire en nepnieuws is een interview met een auteur Jop Eikelboom van De Speld. Hij benadrukt dat satire iets anders is dan ‘nepnieuws’. Selma. (2021, June 15). Jop van de speld legt Uit Dat satire Geen nepnieuws is. IsDatEchtZo? Retrieved November 16, 2022, from https://www.isdatechtzo.nl/nepnieuws/zie-jij-het-verschil-tussen-satire-en-nepnieuws/

  32. 2015-10-21, Eenvandaag, 2101608170160003931.

  33. Eenvandaag. https://eenvandaag.avrotros.nl/item/protest-tegen-komst-azc-in-purmerend/. (2015, October 7). Protest Tegen Komst AZC in Purmerend. EenVandaag. Retrieved October 21, 2022, from https://eenvandaag.avrotros.nl/item/protest-tegen-komst-azc-in-purmerend/.

  34. 2016-11-10. De Wereld Draait Door, 2101608170155412931.

  35. 2016-11-18, Eenvandaag, 2101712210237130331.

  36. 2016-12-14, De Wereld Draait Door, 2101712230238909531. WNL op Zondag, 2101712170234984631.

  37. 2016-12-14, WNL op Zondag, 2101712170234984631.

  38. Wires, N. (2016, December 9). Fake news an ‘epidemic’ with ‘real world consequences’, warns Clinton. France 24. Retrieved November 15, 2022, from https://www.france24.com/en/20161209-hillary-clinton-fake-news-epidemic-with-real-world-consequences-trump-usa-election.

  39. Robb, A. (2017, November 16). Pizzagate: Anatomy of a fake news scandal. Rolling Stone. Retrieved November 15, 2022, from https://www.rollingstone.com/feature/anatomy-of-a-fake-news-scandal-125877/.

  40. 2016-12-16, Nieuwsuur, 2101712160234756031.

  41. Wright, S. (2020, November 12). Collins 2017 word of the year shortlist. Collins Dictionary Language Blog. Retrieved October 24, 2022, from https://blog.collinsdictionary.com/language-lovers/collins-2017-word-of-the-year-shortlist. Medewerkers van het woordenboek volgen de populariteit van 4,5 miljoen woorden op mediakanalen die het woordenboek monitort. De database bestaat uit Engelstalige kranten, radio-uitzendingen, televisieprogramma’s en andere mediakanalen. Wright, S. (2015, November 5). Collins word of the year 2015 Q & A. Collins Dictionary Language Blog. Retrieved October 19, 2022, from https://blog.collinsdictionary.com/language-lovers/collins-word-of-the-year-2015-q-a/.

  42. Webb, T. (2017, December 1). Macquarie Dictionary Blog. Macquarie Dictionary. Retrieved November 16, 2022, from https://www.macquariedictionary.com.au/blog/article/489/.

  43. Sprakradet. (n.d.). Faktaark årets Ord 2017 - Språkrådet. sprakradet.no. Retrieved November 16, 2022, from https://www.sprakradet.no/globalassets/aktuelt/faktaark_aretsord_2017_bm.pdf.

  44. 2017-12-30, Nieuwsuur, 2101805210245097231.

  45. 2017-08-27, Zomergasten, 2101712260241478631.

  46. Collier, Jessica. “Why We Really Need to Stop Saying Fake News.” Mediaengagement.org, The University of Texas at Austin, 13 Oct. 2020, https://mediaengagement.org/blogs/why-we-really-need-to-stop-saying-fake-news/.

  47. Giuliani-Hoffman, Francesca. “‘f*** News’ Should Be Replaced by These Words, Claire Wardle Says.” CNNMoney, Cable News Network, 3 Nov. 2017, https://money.cnn.com/2017/11/03/media/claire-wardle-fake-news-reliable-sources-podcast/index.html.

  48. Uit blog Jessica Collier: “Exposure to the phrase “fake news” might matter more than exposure to fake news itself.”.

  49. Van Duyn, Emily, and Jessica Collier. “Priming and Fake News: The Effects of Elite Discourse on Evaluations of News Media.” Mass Communication and Society, vol. 22, no. 1, 2018, pp. 29–48., https://doi.org/10.1080/15205436.2018.1511807.

  50. Stop talking about fake news!, Joshua Habgood-Coote, 11 Aug 2018 https://doi.org/10.1080/0020174X.2018.1508363.

  51. Burger, P., Kanhai, S., Pleijter, A., & Verberne, S. (2019). The reach of commercially motivated junk news on Facebook. PLOS ONE, 14(8). https://doi.org/10.1371/journal.pone.0220446.

  52. Hoogleraar Jeroen Smit ”Technologieën die gaan zo hard dat ze van alles dreigen te ontwrichten in een samenleving denk aan het nepnieuws en de democratie.” 2018-01-28, Buitenhof, 2101805220245725331.

  53. NOS-correspondent Bram Vermeulen “Nepnieuws kost in Nigeria mensenlevens”. 2019-02-15, 20 uur journaal, 2101902150253432131.

  54. Rick Nieman: “Kan je een voorbeeld noemen van nepnieuws dat ons zou beïnvloeden? […] Overdrijven jullie niet het gevaar van nepnieuws?” 2018-01-14 WNL op Zondag, 2101805170244523331.

  55. Ruslandexpert Pieter Waterdrinker: “Die tweets en post vallen in het niet op het totaal aantal post op Twitter en Facebook.” 2018-01-14, WNL op Zondag, 2101805220245998531.

  56. 2017-06-14 Eenvandaag, 2101712200236356631.

  57. 2019-02-15 20 uur journaal 2101902150253432131.

  58. 2020-02-04, Eenvandaag, 2102002040264942831.

  59. 2020-09-08, Nieuwsuur, 2102009080279249531.

  60. 2020-05-26, M, 2102005260269507231.

  61. 2020-08-21, 20 uur journaal, 2102008210277531431.

  62. Kamerlid Attje Kuiken, “dat we grote mate van desinformatie hebben […] dat we social media bedrijven hebben, van Youtube tot Twitter die onvoldoende hun verantwoordelijkheden nemen om dit te stoppen en politici die dat ook nog eens een keer aanjagen, ophitsen en eigenlijk legitimeren.” 2022-01-12, M, 2102201120328761631.

  63. “Desinformatie verspreid door kleine groep artsen. Bond van artsen heeft besloten het te negeren, want anders groeit het.” 2022-01-12 M, 2102201120328761631.

  64. 2022-02-28, Op1, 2102203010333768031.

  65. Van der Steenhoven, Bertijn. “Nepnieuws in het nieuws, een mediahype?.” Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 46.2 (2018): 96-118.

  66. “In the Netherlands, fake news is more media hype than real challenge, with little serious concern about its impact.” Digital News Report 2017, p. 80.

  67. Van Duyn, Emily, and Jessica Collier. “Priming and Fake News: The Effects of Elite Discourse on Evaluations of News Media.” Mass Communication and Society, vol. 22, no. 1, 2018, pp. 29–48., https://doi.org/10.1080/15205436.2018.1511807.

  68. NOSop3. Nepnieuws, Wat Betekent Dat Nou Precies? YouTube.com, NOS, 5 Mar. 2018, https://www.youtube.com/watch?v=rZHhgUl_fFc. Accessed 30 Aug. 2022.

  69. 2022-03-08, WNL Goedemorgen Nederland, 2102203080334607631.

  70. 2021-11-12, 20 uur journaal, 2102111120322566431.