Media Suite Logo
AboutMedia Suite ↗︎Twitter ↗︎

Data Stories

Verhalen uit multimediale archieven, mogelijk gemaakt door de Media Suite
meer info

‘Wie is aan het woord?’- Politici en partijen in de media tijdens de verkiezingscampagne 2021

March 16, 2021

Willemien Sanders (Utrecht Universiteit en Beeld en Geluid), Helene Ayar (Vrije Universiteit), Edith Brooks (Vrije Universiteit), Mari Wigham (Beeld en Geluid), André Krouwel (Vrije Universiteit)

Inleiding

Nieuwsuitzendingen, zendtijd voor de politieke partijen, interviews en discussies in praatprogramma’s - de media zijn niet weg te denken bij de verkiezingen. Omdat veel kiezers zich via de media informeren over de verschillende partijen en hun standpunten, is het belangrijk te bekijken wie er aan het woord en in beeld komen en wat ze bespreken, vooral bij de publieke omroep. Zijn het altijd dezelfde politici die worden uitgenodigd? Komen mannen en vrouwen evenveel voor de camera? Is er een voorkeur voor linkse of rechtse partijen? Dit onderzoeken we in een selectie van radio en TV-uitzendingen op de publieke omroep uitgezonden van 1 februari tot en met 16 maart (de dag voor verkiezingsdag, waarop geen campagne meer wordt gevoerd).

In deze data story laten wij onze eerste bevindingen zien, over de periode 1 februari tot en met 12 maart . Deze bevindingen zijn onder andere besproken op nos.nl en in het Radio 1 journaal op dinsdag 16 maart. Deze analyse kijkt vooral naar mediaoptredens; de gespreksonderwerpen komen in de volledige analyse aan bod, die volgt na de verkiezingen.

Analyses

Er zijn twee analyses uitgevoerd:

  1. de inhoud van programma’s is via de spraakherkenning files geanalyseerd op namen van politici, of het mannen of vrouwen betrof; en tot welke partijen zij behoren;
  2. de inhoud is met gezichts- en stemherkenning geanalyseerd op politici en daarbij is de informatie over hun partij gevoegd; daarnaast is gekeken naar geslacht en partijen.

Eerste bevindingen

  1. Over rechtse mannelijke politici wordt het meest gesproken (Figuur 1) en ze zijn het vaakst te horen en in beeld (Figuur 2) maar linkse vrouwelijke politici zijn ongeveer even lang te zien en te horen (Figuur 3).
  2. Vooral Rutte (VVD) domineert als gespreksonderwerp: zijn naam wordt verreweg het meest genoemd in de geanalyseerde radio- en tv-programma’s. Hij steekt met kop en schouders uit boven alle anderen, inclusief Hugo de Jonge (CDA) en Wopke Hoekstra (CDA; zie Figuur 1).
  3. Rutte was ook het vaakst te zien en te horen (zie Figuur 2): 214 keer en dat is meer dan de nummers twee en drie, Hugo de Jonge (CDA) en Wopke Hoekstra (CDA) samen (116+84=200). Rutte lijkt dus de premierbonus op te strijken.
  4. Van alle politici is Lilian Marijnissen (SP) het langst aan het woord geweest en Wopke Hoekstra (CDA) het langst in beeld. Tellen we dit bij elkaar op, dan is Wopke Hoekstra (CDA) het langst aan het woord en in beeld geweest, dicht op de hielen gezeten door Sigrid Kaag (D66) en Lilian Marijnissen (SP), die beide hoger scoren dan Mark Rutte (VVD) op plek 4 (zie Figuur 3).
  5. De vrouwelijke politicus wier naam het meest wordt genoemd, staat op plaats 7 en is Esther Ouwehand (PvdD, zie Figuur 1), gevolgd door Sigrid Kaag (D66) op plek 9. Zij zijn de enige vrouwen in de top 10, terwijl vijf relevante partijen een vrouwelijke lijsttrekker hebben.
  6. Sigrid Kaag (D66) en Lilian Marijnissen (SP) domineren het debat bij de vrouwen. Lilian Marijnissen (SP) is van alle vrouwen ook het vaakst aan het woord en in beeld (Figuur 2, 5e plek) gevolgd door Sigrid Kaag (D66, plek 6). Kaag is zoals gezegd net iets langer in beeld en aan het woord dan Marijnissen (Figuur 3, 2e en 3e plek).
  7. Namen van mannelijke politici werden 3.241 keer geteld en dat is ruim drie keer zo vaak als de 1.026 keer van vrouwelijke politici (Figuur 4). Over de mannen wordt dus veel meer gepraat, ondanks al die vrouwelijke lijsttrekkers.
  8. Er werden 1164 optredens door mannelijke politici geteld tegenover 499 door vrouwelijke, dat is dus ruim twee keer zoveel optredens door mannelijke als door vrouwelijke politici (Figuur 5). Daartegenover staat dat vrouwen langer aan het woord zijn wanneer ze optreden: gemiddeld 2 minuten 5 seconden (2,08 minuut) tegenover 1 minuut 11 seconden (1,18 minuut) voor de mannen (Figuur 6). Vrouwen zijn ook net iets langer in beeld dan mannen: gemiddeld 1 minuut 15 seconden (= 1,25 minuut) voor vrouwen tegenover 1 minuut 2 seconden (1,03 minuut) voor mannen (Figuur 7).
  9. Tellen we het aantal keren dat politici worden genoemd per partij op, dan worden politici van de VVD het vaakst genoemd (bijna 1300 keer), gevolgd door die van het CDA (ruim 600 keer) en D66 (circa 400 keer, zie Figuur 8).
  10. De nadruk op rechts is duidelijker als we de partijen groeperen: centrum rechts domineert nadrukkelijk. Samen met rechts populistisch en extreem rechts komen ze veel meer ter sprake dan centrum links en links gecombineerd (Figuur 9, categorisering staat hier onder). In de tweede kamer hebben de rechtse partijen (centrum-rechts en populisten bij elkaar) iets meer dan de helft van de zetels, maar in de media krijgen rechtse partijen ruim drie keer zoveel aandacht als linkse partijen. Kijken we naar de verdeling tussen leden van de coalitiepartijen, linkse oppositie en populistisch rechtse oppositie, dan worden er vooral over coalitieleden gesproken (bijna 2500 keer) en veel minder over de linkse oppositie (ca 750 keer) en populistisch rechts (bijna 300 keer, zie Figuur 10).
  11. Als we de partijen indelen in de coalitie (VVD, CDA, D66 en CU gecombineerd), de populistische oppositie (FvD, PVV en JA21) en de linkse oppositie (PvdA, GL, SP, PvdD) zien we dat de coalitie de meeste spreektijd kreeg, namelijk ruim 19 uur. De linkse oppositie kreeg ruim 12 uur spreektijd en de populistische oppositie ruim 2 uur (Figuur 11). Dat zal mede te maken hebben met het afwijzen van uitnodigingen om bij de NPO te verschijnen.

Grafieken en bespreking

1. Aantal keren genoemd

Vooral Rutte (VVD) domineert als gespreksonderwerp: zijn naam wordt verreweg het meest genoemd in de geanalyseerde radio- en tv-programma’s. Hij steekt met kop en schouders uit boven alle anderen, inclusief Hugo de Jonge (CDA) en Wopke Hoekstra (CDA; zie Figuur 1).

De tweede plek van Henk Krol is te danken aan zijn recente optredens bij 1 op 1 op 26 februari, Goedemorgen Nederland op 4 maart en Op 1 op 10 maart.

(NB: Uit steekproeven is gebleken dat de spraakherkenner moeite heeft met het herkennen van de naam Thierry Baudet. Omdat we dit niet handmatig kunnen corrigeren is hij nu ondergerepresenteerd in de resultaten.)

De vrouwelijke politicus wier naam het meest wordt genoemd, staat op plaats 7 en is Esther Ouwehand (PvdD, zie Figuur 1), gevolgd door Sigrid Kaag (D66) op plek 9. Zij zijn de enige vrouwen in de top 10, terwijl vijf relevante partijen een vrouwelijke lijsttrekker hebben.

Figuur 1. Aantal keren dat de naam van een politicus in de media werd genoemd.

2. Aantal keren in beeld en aan het woord

Naast het aantal keer dat een politici wordt genoemd in de programma’s hebben we gekeken welke politici zichtbaar of hoorbaar zijn in de media (de zogenaamde appearance), dat wil zeggen dat ze door de techniek van Beeld en Geluid herkend zijn aan het gezicht en/of de stem in een uitzending.

Rutte was ook het vaakst te zien en te horen (zie Figuur 2): 214 keer en dat is meer dan de nummers twee en drie, Hugo de Jonge (CDA) en Wopke Hoekstra (CDA) samen (116+84=200). Rutte lijkt dus de premierbonus op te strijken.

Sigrid Kaag (D66) en Lilian Marijnissen (SP) domineren het debat bij de vrouwen. Lilian Marijnissen (SP) is van alle vrouwen het vaakst aan het woord en in beeld (Figuur 2, 5e plek) gevolgd door Sigrid Kaag (D66, plek 6).

Figuur 2: Aantal keren dat een politicus in beeld verschijnt of aan het woord is.

3. Lengte in beeld en aan het woord

Van alle politici is Lilian Marijnissen (SP) het langst aan het woord geweest en Wopke Hoekstra (CDA) het langst in beeld. Tellen we dit bij elkaar op, dan is Wopke Hoekstra (CDA) het langst aan het woord en in beeld geweest, dicht op de hielen gezeten door Sigrid Kaag (D66) en Lilian Marijnissen (SP), die beide hoger scoren dan Mark Rutte (VVD) op plek 4 (zie Figuur 3).

(NB: door een matching-fout is het gezichtsmodel van Liane den Haan niet meegenomen, waardoor ze alleen als spreker verschijnt.)

Figuur 3. Lengte van de spreektijd (rood) en verschijning in beeld (blauw) van diverse politici.

4. Vrouwen en mannen

Namen van mannelijke politici werden 3.241 keer geteld en dat is ruim drie keer zo vaak als de 1.026 keer van vrouwelijke politici (Figuur 4). Over de mannen wordt dus veel meer gepraat, ondanks al die vrouwelijke lijsttrekkers.

Figuur 4. Aantal keren dat namen van mannelijke en vrouwelijke politici werden genoemd.

5. Spreektijd voor vrouwen en mannen

Er werden 1164 optredens door mannelijke politici geteld tegenover 499 door vrouwelijke, dat is dus ruim twee keer zoveel optredens door mannelijke als door vrouwelijke politici (Figuur 5).

Figuur 5. Aantal optredens van mannelijke en vrouwelijke politici in de media.

Daartegenover staat dat vrouwen langer aan het woord zijn als ze wel optraden: gemiddeld 2 minuten 5 seconden (2,08 minuut) tegenover 1 minuut 11 seconden (1,18 minuut) voor de mannen (Figuur 6).

Figuur 6. Spreektijd voor mannelijke en vrouwelijke politici.

6. Mannelijke en vrouwelijke politici in beeld.

Vrouwen zijn ook net iets langer in beeld dan mannen: gemiddeld 1 minuut 15 seconden (= 1,25 minuut) voor vrouwen tegenover 1 minuut 2 seconden (1,03 minuut) voor mannen (Figuur 7).

Figuur 7: Vrouwelijke en mannelijke politici in beeld.

7. Aantal keren dat politici van politieke partijen worden genoemd

Politici van rechtse partijen worden het vaakst genoemd: die van de VVD voeren de lijst aan, gevolgd door die van CDA en D66 maar die worden voor beide partijen minder dan de helft zo vaak genoemd. GroenLinks en PvdA staan slechts op plaats vijf en zes.

Figuur 8. Totaal aantal keren dat politici van verschillende politieke partijen werden genoemd.

8. Het politieke spectrum

De nadruk op rechts is duidelijker als we de partijen groeperen: centrum rechts domineert nadrukkelijk. Samen met rechts populistisch en extreem rechts komen ze veel meer ter sprake dan centrum links en links gecombineerd (Figuur 9, categorisering staat hier onder). In de tweede kamer hebben de rechtse partijen (centrum-rechts en populisten bij elkaar) iets meer dan de helft van de zetels, maar in de media krijgen rechtse partijen ruim drie keer zoveel aandacht als linkse partijen.

Figuur 9: groepering van politieke partijen voor aantal keren dat ze worden genoemd.

Kijken we naar de verdeling tussen leden van de coalitiepartijen, linkse oppositie en populistisch rechtse oppositie, dan worden er vooral over leden van coalitiepartijen gesproken (bijna 2500 keer) en veel minder over de linkse oppositie (ca 750 keer) en populistisch rechts (bijna 300 keer, zie Figuur 10).

Figuur 10: groepering voor aantal keren dat politici worden genoemd voor het coalitiepartijen, de linkse oppositie en de populistisch rechtse oppositie.

9. Spreektijd langs het spectrum

Als de we partijen indelen in de coalitie (VVD, CDA, D66 en CU), de populistische oppositie (FvD, PVV en JA21) en de linkse oppositie (PvdA, GL, SP, PvdD) zien we dat de coalitie de meeste spreektijd kreeg, namelijk ruim 19 uur. De linkse oppositie kreeg ruim 12 uur spreektijd en de populistische oppositie ruim 2 uur (Figuur 10). Dat zal mede te maken hebben met het afwijzen van uitnodigingen om bij de NPO te verschijnen.

Figuur 11: Spreektijd coalitiepartijen versus oppositie

10. Spreektijd binnen partijen

Als we kijken binnen politieke partijen wie het meest spreekt dan zien we - logischerwijs - dat vooral de lijsttrekkers domineren.

Figuur 12. Relatieve spreektijd binnen partijen.

En verder…

We analyseren nog verder tot en met 16 maart en kijken dan ook naar de onderwerpen die bij de verschillende politici en partijen aan bod komen. Ook hierbij kijken we naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. De resultaten van dit onderzoek zullen verschijnen in de volgende data story.

Data

De data die voor deze analyses zijn gebruikt bestaan uit automatische spraakherkenning (ASR), gezichtsherkenning en stemherkenning in ongeveer 45 programmatitels uitgezonden op NPO1, 2 en 3 en op Radio 1 in de periode 1 februari tot en met 12 maart 2021. De ASR bestanden zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van volledige namen van kabinetsleden, leden van de Tweede en Eerste Kamer, burgemeesters en namen op de kieslijsten. Burgemeesters en kabinetsleden zijn ook geteld wanneer zij werden aangeduid met titel en achternaam (“burgemeester [achternaam])”, en in het geval van kabinetsleden ook met volledige functie (“Minister van [departement]”). Er is eveneens gekeken naar de verdeling mannen-vrouwen. In ongeveer 38 programmatitels werden gezichten en stemmen herkend. Deze zijn gekoppeld aan 220 politici in de Gemeenschappelijke Thesaurus voor Audiovisuele Archieven (GTAA). Hiermee is het mogelijk om de aanwezigheid van de persoon als stem of in beeld te analyseren. Ook is het mogelijk om te vergelijken hoe lang iemand spreekt of in beeld is. Let op: iemand kan in beeld zijn zonder aanwezig te zijn in het programma, bijvoorbeeld in een clip of op een poster dat in beeld is.

Team

Onderzoeker: Willemien Sanders (UU en B&G)

Onderzoeksassistenten: Helene Ayar (VU), Edith Brooks (VU)

Ontwikkelaar en visualisaties: Mari Wigham (B&G)

Adviseur: André Krouwel (VU)

Appendices